Geschiedenis en achtergrond

Theater Veder is opgericht vanuit het verlangen om het anders te doen. Oprichtster Maria Reina Westra merkte tijdens haar werk als verpleegkundige dat er in de zorg vaak nauwelijks tijd is voor écht contact. Daar wilde ze een bijdrage aan leveren.

In het ziekenhuis waar Westra – inmiddels directeur van Veder – werkte, zat een man urenlang te wachten op de taxi die hem naar een verpleeghuis zou verhuizen. Alleen, op een bankje in de gang. Zo nu en dan riep Westra goedbedoelend dingen naar hem, zoals ‘Bent u nog steeds niet opgehaald? Wat vervelend voor u.’ Dit moment is van doorslaggevende betekenis voor de missie van Theater Veder geweest.

Na een ingrijpende gebeurtenis, besloot Westra vanuit de vakgebieden verpleegkunde en theater om een maatschappelijke bijdrage aan ‘Vermogen tot communicatie’ te leveren. In 2004 werd filmmaker Theo van Gogh voor de ogen van Westra vermoord. Dat onvermogen dat wilde ze transformeren naar vermogen. Dit leidde in 2005 tot de oprichting van Stichting Theater Veder, een non profit organisatie met een maatschappelijk doel die de Veder Contactmethode verspreidt voor kwetsbare mensen.

In 2006 gaf de stichting haar eerste huiskamervoorstellingen – dit zijn interactieve voorstellingen waarin mensen met geheugenproblemen worden verleid tot contact. Tijdens deze voorstellingen bleek dat niet alleen theater en muziek heel effectief zijn om de communicatie op gang te brengen, maar ook poëzie. Daarom organiseerde Veder in 2007 het poëzieproject Festival van het Verloren Woord. Bijzonder was dat Veder hiervoor drie concurrerende Amsterdamse zorgorganisaties in Amsterdam (Amsta, Cordaan en OsiraGroep) bereid vond om gezamenlijk voorstellingen te organiseren voor hun in totaal 150 zorglocaties.

Het Festival van het Verloren Woord werd een groot succes, voor bewoners, verzorgenden én voor de samenwerkende koepels. Dit succes leidde er uiteindelijk toe dat Stichting Veder van 2008 tot en met 2010 kon deelnemen aan het Transitieprogramma in de Langdurige Zorg. Dit programma, van onder andere het ministerie van VWS, Actiz en GGZ-Nederland, is bedoeld om kansrijke vernieuwingsprojecten in de langdurende zorg te steunen. Dankzij de subsidie die hiermee gemoeid was, kon de VCM worden geprofessionaliseerd. Er werd een scholingsprogramma ontwikkeld waarmee de methode wordt overgedragen aan zorginstellingen en andere belangstellenden. Inmiddels bestaat Veder uit een team van professionele spelers, trainers en coaches, die affiniteit met de doelgroep hebben.

Binnen het transitieprogramma is een maatschappelijke business case ontwikkeld. Dit geeft inzicht in wat de VCM voor een zorgorganisatie kan opleveren.

Fatima’s Guernica – geschreven door M.R. Westra (5 november 2005)